Het idee van een Nederlands Grand Prix team is niet zo raar. Voor de eerste wereldoorlog hadden we al Spyker die furore maakte door de lange afstanden die men met hun wagens reed. Gedurende de jaren 20 en 30 waren er verschillende ideeën om permanente circuits aan te leggen voor Grand Prix races te kunnen organiseren. Het circuit kregen we in Zandvoort. Echter waar bleef dat Nederlandse Formule 1 team? Er was een groep enthousiastelingen in 1960 die besloten een eigen Formule 1 wagen te construeren onder de naam “Stichting Nederlandse Renwagen” Het eerste Nederlandse team zou zomaar in 1962 aan de start kunnen verschijnen. Helaas zou de Drebbel nooit gemaakt worden. Gelukkig hadden we Ecurie Maarsbergen van Carel Godin de Beaufort die onze kleuren verdedigde.
Het is eind jaren 50 wanneer het begint te rommelen in de Formule 1. De sport bestaat nu zo’n tien jaar, met vooral gentlemen rijders die de vele Maserati’s, Ferrari’s, Talbots, Coopers etc bestieren tijdens de races. Echter komt hier eind jaren vijftig al een verandering in. Veranderingen zijn op komst die het mogelijk moeten maken voor andere teams te debuteren in de Formule 1.
In begin 1960 wordt inmiddels duidelijk dat de Formule 1 de omschakeling van tweeënhalve liter motoren naar anderhalve liter motoren zal maken. De motoren zouden goedkoper moeten worden, en op die manier andere teams en fabrikanten lokken naar de sport. Dit gebeurde in zekere zin ook.
Een groep enthousiastelingen besloot daarom ook om een stichting op te richten genaamd “Stichting Nederlandse Renwagen” met als doel een Formule 1 wagen te construeren. Weinig is er echter bekend over dit project. Bij het Nationaal Archief, jaren terug, kon men ook niets achterhalen over de stichting. Welk een stichtingenregister heeft over de periode 1957 tot 1976. Wat is er dan wel bekend over dit project? Niet heel veel, de meeste info die je vindt komt ook uit het boek “Autodesign in Nederland” door Jan Lammerse. Nee geen typo.
Het lijkt erop dat de groep eind 1960 vorm begon te geven aan hun Drebbel droom. Drebbel werd vernoemd naar de Nederlandse technicus Cornelis Drebbel. In Februari 1961 verscheen er een schets van de Drebbel in de Nederlandse-auto en autosport pers. De wagen had wel wat weg van de Coopers en Lotussen die rond die tijd ook werden ontwikkeld. Zo’n typische begin jaren 60 vibe. Compact, gestroomlijnd en met de motor achter de coureur geplaatst.
Jammer genoeg strand elk spoor na deze bekendmaking in de pers. Via via heb ik nog wat info mogen ontvangen. Echter is het project voor de doorgewinterde autosport fans in Nederland ook een onbekende. Zo wist niemand bij de gerenommeerde facebook groep “Zandvoort Circuit Memories” meer inzichten te verschaffen.
Wat bekend is, is dat de Drebbel zou worden aangedreven door een watergekoelde viercilinder boxer. Vredestein zou voor de banden zorgen terwijl het plaatwerk vervaardigd zou kunnen worden door Werkspoor (vroeger NS) of Stork. Philips zou zorgen voor een gedeelte voor de elektronica. Helaas is dit alles. Gelukkig hebben we de schets nog van de wagen die helaas nooit de Grand Prix van Zandvoort in 1962 zou gaan winnen.