Onlangs schreef ik in een artikel dat de eerste auto in September 1896 verscheen op de Nederlandse wegen. Dit was een Daimler van Notaris Backx echter bleek dit niet de eerste auto te zijn. Na nog meer onderzoek gedaan te hebben bleek dat er in 1895 al een auto op de Nederlandse wegen was te vinden. Deze auto was van de Tilburger Jos Bogaers-Swagemakers. Het zou zomaar kunnen dat er nog eerder een auto te vinden was. Of het nu 1895 of 1896 is geweest, twee jaar later vond het eerste autosport event plaats. In Juli 1898 werd de alom bekende Parijs-Amsterdam-Parijs race georganiseerd. Dit smaakte naar meer en voor 1899 zouden er nog twee events worden georganiseerd, waaronder de allereerste club toer van de zojuist opgerichte Nederlandsche Automobiel Club.
Op 3 Juli 1898 werd de Nederlandsche Automobiel Club, NAC, opgericht. Dit in navolging van onder andere Frankrijk en Engeland waar al dergelijke clubs waren opgericht op het automobilisme te promoten. Dit was ook de hoofreden dat de NAC werd opgericht. Op het moment van oprichting waren er niet meer dan honderd auto’s op de Nederlandse wegen te vinden. In de herfst van 1897 werden de plannen voor een race van Parijs-Amsterdam-Parijs werden al gesmeed. Dit ook de mensen te tonen dat de auto’s de toekomst waren. En hoe beter dit te bewerkstelligen door een “race” te organiseren die door drie landen komt?
Parijs-Amsterdam-Parijs 7 tot 13 Juli 1898
Er zijn al tal van artikelen geschreven over deze race door de jaren heen. Het was de eerste race die over de grenzen zou gaan. Dat er gekozen werd voor Nederland had waarschijnlijk met het feit te maken dat de meeste wegen, ja ook al in 1898, vrij vlak waren en daardoor goed te bereiden door de auto’s. Dit resulteerde onder andere in het feit dat de auto’s een hogere topsnelheid wisten te behalen.
Er werd besloten door de Franse Automobiel Club dat de race zou worden gehouden van 7 tot 13 Juli. De inschrijving voor de race bleek een groot succes. Ook al is het niet helemaal duidelijk hoeveel inschrijvingen er nu daadwerkelijk waren, bij dit event waren motoren namelijk ook toegestaan. Interessant is ook om te lezen dat er extra treinen zijn ingezet om de gestrande reizigers tegen betaling van 300 Franc naar Amsterdam te kunnen overbrengen. Het is ook bijzonder om te lezen hoeveel maatregelen er door de Nederlandse overheid en de lokale overheden in die tijd werden genomen. Zo mocht er niet harder gereden worden dan 10km per uur. In de dorpen en drukke straten werden de straten ook aangeduid met een soort van blauw lint.
De race die van start zou gaan op 7 Juli had een totaal lengte van 1431 kilometer. Op 9 Juli kwamen de eerste wagens de grens over bij Maastricht. Vanuit Maastricht volgde de route via Roermond – Venlo – Nijmegen – Utrecht naar eindbestemming Amsterdam. De rijkswegen werden hiervoor het meest gebruikt. Ondanks de waarschuwingen en uitleg van veelal burgemeesters en de minister gebeurde het toch dat er incidenten plaatsvonden. Veelal gebeurde dit doordat burgers op de straat liepen of dat dieren schrokken van de voorbij stuivende wagens. Desondanks waren de meeste toeschouwers vol blijdschap zodra ze de wagens voorbij zagen komen over de Nederlandse wegen.
De Fransman Fernand Charron in zijn Panhard et Levassor was de snelste coureur. Hij finishte de race in iets minder dan 33uur met een gemiddelde snelheid van 43km. Wat ook bijzonder was, was de deelname van Helene de Rotschild die zelf mee reed. Bij het finishen in Amsterdam waren de wagens, ongepoetst en gepolijst, nog te bezichtigen voor de geïnteresseerde in Paleis van Volksvlijt.
Amsterdam-Aken 25-06-1899 [Geannuleerd]
De eerst volgende race die was gepland was een race van Amsterdam naar Aken, deze race zou worden gehouden op 25 Juni. Inderdaad zou worden, want de race is uiteindelijk 12 Juni 1899 geannuleerd door de Nederlandse autoriteiten in die tijd.
De race was georganiseerd door de WestDeutschen Automobil-Club in Aken. Op 6 Juni 1899 kwam het bericht in de kranten dat men van plan was om deze race te organiseren. Zowel Nederlanders als Duitsers mochten deelnemen aan de race. De race zou beginnen om 7 uur ‘s-morgens in het centrum van Amsterdam. De deelnemers zouden onder verdeeld worden in twee categorieën. Categorie I betrof motoren waarbij een inleg van 20 Mark was vastgesteld. Categorie II betrof de automobielen die zouden deelnemen waarbij een inleg van 30 Mark was vastgesteld. In beide categorieën zouden medailles voor plaats I (300 Mark), Plaats II (150 Mark) & Plaats III(100 Mark) vergeven worden. De maximale tijd zou 14uur betreffen wat in die tijd nog redelijk was gezien de gemiddelde snelheid tussen de 40 á 50 km/h lag en dit een rit van 260KM betrof.
Helaas heeft de race nooit plaats gevonden. Ten eerste zou het te maken kunnen hebben dat deelnemers uit Duitsland eerst naar Amsterdam zouden moeten rijden en de deelnemers uit Nederland na gefinisht te zijn weer naar Amsterdam. Echter, was het grootste probleem was het ministerie van waterstaat. Men was het niet eens met het feit dat de verkeersregels die toen golden zouden worden overtreden.
Vanuit het de Nederlandse Automobiel Club kwam een voorstel om de race alsnog door te kunnen laten gaan. Hun dachten dat een race van Amsterdam tot Aken geen positieve toevoeging zou zijn voor de acceptatie van de automobiel. Het voorstel van NAC was om hier een clubtoer van te maken tussen Amsterdam en Nijmegen. Dit houdt in dat de maximale snelheid 20km/h betreft. Vanaf Nijmegen tot Aken zou dan een race worden gehouden. Helaas is ook dit niet gebeurt waardoor dit de eerste geannuleerde race zou zijn in Nederland.
Eerste Club Tocht N.A.C. 16-17 Juli 1899
De Nederlandse Automobiel Club, N.A.C., is opgericht op 3 Juli 1898 toen er in Nederland nog geen 100 auto’s rond reden. De bedoeling van de oprichting van de club was het bevorderen van de acceptatie van de automobiel op de Nederlandse wegen door de inwoners. Hun eerste echte event was een club tocht die hun hielden op 16 en 17 Juli 1899.
Op 16 Juli vertrokken 10 á 12 deelnemers, helaas is het exacte aantal niet te achterhalen, vanuit Utrecht richting Scheveningen. Deze route werd verreden via Amsterdam-Haarlem- Den Haag alvorens men aankwam in Scheveningen. Tijdens de eerste aantal kilometers was er al een van de auto’s uitgevallen dit veroorzaakte nogal een vertraging. Eenmaal aangekomen in Scheveningen werden de auto’s op de promenade tentoongesteld voor de geïnteresseerde.
Op 17 Juli vertrok de stoet vanuit Scheveningen weer richting Utrecht. Waarbij deze keer via een andere route werd gereden. Via Leiden reedt men naar Woerden en naar Utrecht.